snort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snort
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snorren |
snort
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren
- Jij snort.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren
- Hij snort.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snorren
- Snort!
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.