snookerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snoo·ker·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snookeren |
snookerde
- enkelvoud verleden tijd van snookeren
- Ik snookerde.
- Jij snookerde.
- Hij, zij, het snookerde.
- Ik snookerde.
vervoeging van |
---|
snookeren |
snookerde