snogeiro
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sno·gei·ro
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snogeiro | snogeiro's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) bezoeker van snoge
Gangbaarheid
- Het woord 'snogeiro' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.