sneeuwval

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sneeuw·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwval -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sneeuwvalm

  1. (meteorologie) het vallen van sneeuw
     Ik liep door een betoverende witte wereld, maar realiseerde me dat ik de grens twee weken later niet meer had kunnen halen vanwege de overmatige sneeuwval.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be