sneeuwschuiver
Uiterlijk
- Geluid: sneeuwschuiver (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnewsxœyvər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈsnɪːβ̞.sχœʏ̯.vər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈsneːβ̞.sxœː.vər/
- (Limburg): /ˈsneʊ̯.sxœː.vər/
- sneeuw·schui·ver
- samenstelling van sneeuw en schuiver
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwschuiver | sneeuwschuivers |
verkleinwoord | sneeuwschuivertje | sneeuwschuivertjes |
de sneeuwschuiver m
- een apparaat met een steel en een blad waarmee scheeuw verschoven kan worden
- Er licht nu weer zo veel sneeuw in de tuin dat ik de sneeuwschuiver maar weer pak.
- een voertuig dat is uitgerust met een mechaniek waarmee het sneeuw kan verplaatsen
- Vanwege de hevige sneeuwval worden er op veel plekken in het land sneeuwschuivers ingezet om de wegen begaanbaar te houden.
- een mechaniek waarmee een voertuig uitgerust kan worden zodat het er sneeuw mee kan schuiven
- Bevestig de sneeuwschuiver aan je vrachtwagen, anders kom je vannacht vast te zitten.
- [3] sneeuwploeg
1. een apparaat met een steel en een blad waarmee scheeuw verschoven kan worden
2. een voertuig dat is uitgerust met een mechaniek waarmee het sneeuw kan verplaatsen
3. een mechaniek waarmee een voertuig uitgerust kan worden zodat het er sneeuw mee kan schuiven
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord sneeuwschuiver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.