sneeuwschoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sneeuw·schoen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw en schoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwschoen | sneeuwschoenen |
verkleinwoord | sneeuwschoentje | sneeuwschoentjes |
Zelfstandig naamwoord
de sneeuwschoen m
- plat, breed onderstel onder de schoenen waarmee men vlug over de sneeuw kan lopen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord sneeuwschoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.