sneeuwlandschap

Nederlands

sneeuwlandschap

Uitspraak

• Geluid:  sneeuwlandschap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sneeuw·land·schap

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sneeuw zn  en  landschap zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sneeuwlandschap	sneeuwlandschappen
verkleinwoord	sneeuwlandschapje	sneeuwlandschapjes

Zelfstandig naamwoord

het sneeuwlandschap o

1. een gebied bedekt met een laag sneeuw

   ▸ Een moderne Finse snelweg voerde ons door een Europees ogend sneeuwlandschap naar de grens met de Sovjet-Unie.

   ▸ De sonde landde met parachutes in Binnen-Mongolië in de noordelijke regio Siziwang, melden Chinese staatsmedia. Er stonden teams met voertuigen en helikopters klaar om het ruimtetoestel op te sporen in het donkere sneeuwlandschap.

2. (schilderkunst) schilderij van een besneeuwd landschap

Gangbaarheid

• Het woord sneeuwlandschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.