sneeuwdek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

sneeuwdek
Uitspraak
Woordafbreking
  • sneeuw·dek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwdek sneeuwdekken
verkleinwoord sneeuwdekje sneeuwdekjes

Zelfstandig naamwoord

het sneeuwdeko

  1. een laag sneeuw op de bodem, die wordt gevormd als gevolg van sneeuwval en sneeuwstormen en gedurende een bepaalde periode blijft liggen
     Het sneeuwdek reikte hier en daar tot de vensters van de begane grond.[2]
     Aan het begin van de nacht heeft de sneeuwzone de lijn Alkmaar-Utrecht-Eindhoven bereikt en sneeuwt het overal in het zuiden van het land. Pas aan het einde van de nacht sneeuwt het ook in Groningen. In een groot deel van het land kan een sneeuwdek van zo'n 1 tot 3 centimeter ontstaan.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  3. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2022 Weblink bron “Winterse neerslag trekt over Nederland, code geel afgekondigd” (15-12-2018), NOS