sneeuwboog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sneeuwboog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sneeuw·boog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw zn en boog zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwboog | sneeuwbogen |
verkleinwoord | sneeuwboogje | sneeuwboogjes |
Zelfstandig naamwoord
de sneeuwboog m
- (meteorologie) een regenboog veroorzaakt door vallende sneeuw
- ▸ Een klein beetje onderzoek op internet leerde mij dat die sneeuwboog wel degelijk bestaat, maar dan wel alleen onder uitzonderlijke weersomstandigheden. En wel alleen tijdens zonsopkomst of zonsondergang.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'sneeuwboog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Wateengast.nl” (2022)