sneest

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sneest

Werkwoord

vervoeging van
snezen

sneest

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snezen
    • Jij sneest. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snezen
    • Hij sneest. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snezen
    • Sneest!