sneed draad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sneed draad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnet ˈdrat / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- sneed draad
Woordherkomst en -opbouw
- uit sneed (werkwoord) en draad (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
draadsnijden |
sneed (…) draad
- enkelvoud verleden tijd van draadsnijden
- Ik sneed draad.
- Jij sneed draad.
- Hij, zij, het sneed draad.
- Ik sneed draad.
Gangbaarheid
- Het woord 'sneed draad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.