snaredrum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snare·drum
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snaredrum | snaredrums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de snaredrum m
- (muziek) een muziekinstrument dat bestaat uit een klankkast, een slagvel (bovenvel) en een resonantievel (ondervel). Op het resonantievel kan een snaarmat (van ijzer of van nylon) (snaren) worden gedrukt waardoor de kleine trom een scherp geluid produceert
- ▸ Warren: De hals brak af, en Eddie smeet hem gewoon op de grond en ging af. Ik overwoog mijn snaredrum omver te schoppen om het feestje compleet te maken, maar het was een Ludwig. Daar ga je niet tegenaan schoppen.[2]
- ▸ Verderop in de schaduw maakt het harmonieorkest van de gemeente Rhodos zich klaar om te spelen. Ze zullen voorop gaan in de processie. Eén van de muzikanten is Vasili. Hij bespeelt al twintig jaar de snaredrum. In het dagelijks leven is hij aannemer, maar van dat dagelijks leven is momenteel niet zoveel over. "Dit is het slechtste dat ik ooit heb meegemaakt", vertelt hij.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord snaredrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ snaredrum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Taylor Jenkins Reid“Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
- ↑ Weblink bron Aniete Coelingh“'Het voelt alsof iedereen tegen me is'” (tekstdichter), NOS