snaait
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snaait
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snaaien |
snaait
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snaaien
- Jij snaait.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snaaien
- Hij snaait.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snaaien
- Snaait!