smoorheet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smoor·heet
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen smoorheet
verbogen smoorhete
partitief smoorheets

Bijvoeglijk naamwoord

smoorheet

  1. heel erg heet, intens drukkend heet
    • Het is een smoorhete zomer. 
Synoniemen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen