smoesde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smoes·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
smoezen |
smoesde
- enkelvoud verleden tijd van smoezen
- Ik smoesde.
- Jij smoesde.
- Hij, zij, het smoesde.
- Ik smoesde.