smijdigen
Uiterlijk
- smij·di·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smijdigen |
smijdigde |
gesmijdigd |
zwak -d | volledig |
smijdigen
- overgankelijk (verouderd) versoepelen, verzachten
- De plakkaten werden tot opluchting van de bevolking gesmijdigd.
- Het woord 'smijdigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal