smeet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smeet

Werkwoord

vervoeging van
smijten

smeet

  1. enkelvoud verleden tijd van smijten
    • Ik smeet. 
    • Jij smeet. 
    • Hij, zij, het smeet. 

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be