smarting

Uit WikiWoordenboek
Rechts twee lange smartings


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smar·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord smarting smartings
smartingen
verkleinwoord smartinkje smartinkjes

Zelfstandig naamwoord

de smartingv

  1. (scheepvaart) een op een stag of want aangebrachte omwikkeling van oud touwmateriaal, om de slijtage te verminderen die optreedt door het steeds langs elkaar schuren van zeilen of touwen
    • Bij wijze van smarting is om de staalkabels van het want een kunststof kous aangebracht. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be