sloverig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slo·ve·rig
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van sloven met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sloverig | sloveriger | sloverigst |
verbogen | sloverige | sloverigere | sloverigste |
partitief | sloverigs | sloverigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sloverig
- de eigenschappen hebbend van een sloof of slaaf, te hard werkend en zichzelf wegcijferend, meestal gaat het over een vrouw
Gangbaarheid
- Het woord sloverig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sloverig" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be