slotronde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slot·ron·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slotronde slotronden
slotrondes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slotrondev / m

  1. (sport) de laatste ronde van een wedstrijd
    • „Mijn raceplan is altijd hetzelfde. Ik begin achteraan om energie te sparen. Meestal kan dat ook, want er zijn er niet veel die alleen op avontuur gaan. Maar in Rio gebeurde dat dus wel. Eerst dacht ik dat het een Fransman was die op mijn lijstje stond van mensen die zo’n actie succesvol zouden kunnen afmaken. Op een gegeven moment had hij 100 meter voorsprong. Dan ga je in de groep denken: oké, ik zwem voor de tweede plaats. Maar in het tweede rondje zag ik hem ineens naast me zwemmen. Voorop zwom dus iemand anders, en ik zag mijn kansen weer groeien. In de slotronde kwamen we steeds dichterbij, hij had zichzelf opgeblazen.”[1] 
  2. (politiek) laatste deel van verkiezingen
    • De ontwrichtende kracht van Brexit is een zomerbries, vergeleken bij de storm die zou opsteken met een voorvechter van Frexit in het Elysée. Aan de vooravond van de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen, zondag, durven opiniepeilers niet te voorspellen welke twee kandidaten zullen doordringen tot de slotronde op zondag 7 mei. Vier van hen scoren tussen 19 en 23 procent, dus binnen de foutenmarge: nationaal-populist Marine Le Pen, sociaal-liberaal Emmanuel Macron, conservatief François Fillon en linkse antikapitalist Jean-Luc Mélenchon. Van geen van hen valt de overwinning uit te sluiten. Twee van de vier, Le Pen en Mélenchon, willen dat Frankrijk uit de eurozone en de Unie stapt, wat tot ongekende chaos zou leiden. Alleen al daarom houdt de rest van Europa zijn hart vast.[2]  
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Dennis Meinema 8 april 2017
  2. NRC Luuk van Middelaar 22 april 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be