slotdeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slotdeel    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈslɔdel / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• slot·deel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  slot zn "einde"  en  deel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	slotdeel	slotdelen
verkleinwoord	slotdeeltje	slotdeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het slotdeel o

1. het laatste gedeelte van iets dat uit meerdere delen bestaat

   • De vorig jaar aangekondigde tv-film Heer en Meester is op 29 december voor het eerst te zien. De film, het langverwachte slotdeel van de gelijknamige misdaadserie, wordt uitgezonden op NPO 1, meldt Omroep MAX.  
   • Om de opgave nog moeilijker te maken zingt Waylon in de eerste helft van de show, terwijl het slotdeel steevast kansrijker wordt geacht. Enige voordeel is dat Nederland in de tweede halve finale één tegenstander minder heeft dan de landen in de eerste halve eindstrijd.  
   • Voor veel motorrijders werd maandag het slotdeel van de marathonetappe een ware hel. Dat kwam vooral doordat het bitter koud en zeer nat was. Enkelen moesten met onderkoelingsverschijnselen of hoogteziekte per helicopter van de organisatie naar het ziekenhuis vervoerd worden.  
   • De tocht heeft plaats op recreatiepark Het Lageveld. Het slotdeel van de fietstocht is de Annefleur Kalvenhaar Track, het deel van de mountainbikeroute op Het Lageveld dat in 2014 de naam van Annefleur heeft gekregen. Vrijwilligers zijn de afgelopen tijd bezig geweest om de route te verfraaien en gereed te maken voor de tocht. De vrijwilligers zijn vooral aan de slag geweest bij de brug in de Beverdamsweg. Dat routedeel is, net als de Annefleur Kalvenhaar Track, de laatste weken geheel gerenoveerd.  

Gangbaarheid

• Het woord slotdeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slotdeel" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.