slotbel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slot·bel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slotbel slotbellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slotbelv / m

  1. belsignaal dat het einde van een periode aangeeft
     De euro was 1,1045 dollar waard tegen 1,1040 dollar bij de slotbel van de Europese beurzen.[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Ook Wall Street doet stap terug” (13-10-2016), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be