sloor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sloor
Woordherkomst en -opbouw
- (werkwoord) sleuren [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sloor | sloren |
verkleinwoord | sloortje | sloortjes |
Zelfstandig naamwoord
de sloor v
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord sloor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sloor" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ sloor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be