slissen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slis·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lispelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1914 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
slissen
sliste
geslist
zwak -t volledig

Werkwoord

slissen

  1. foutieve uitspraak van de letter s
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen