slipgevaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

verkeersbord pas op! slipgevaar
Uitspraak
Woordafbreking
  • slip·ge·vaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slipgevaar slipgevaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

slipgevaar o [1]

  1. er is kans om weg te glijden omdat de vloer of de weg heel erg glad is
    • Slipgevaar op de weg: Op de eerste avond van 2017 trekt een neerslagzone over de Benelux. Dat kan zorgen voor spekgladde wegen. [2] 
    • Het aantal mogelijkheden is inmiddels teruggebracht tot drie soorten tegels. Die voldoen allemaal aan de eisen van antislip. Maar om te kijken welke van de drie het minste slipgevaar oplevert, worden volgende week teststrips aangelegd. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 01/januari/2017 door mrra
  3. Tubantia 09-maart-2016