slima

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • sli·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord  slime ww 
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud slima - -
o enkelvoud slima
meervoud slima
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
slima - -

Bijvoeglijk naamwoord

slima

  1. slijm afscheidend
Schrijfwijzen

Werkwoord

slima

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slime
Schrijfwijzen

slima

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slime
Schrijfwijzen

Werkwoord

har slima

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van slime
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

slima

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van slim
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • sli·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van de Nynorske werkwoorden  slima ww  en  slime ww 
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud slima - -
o enkelvoud slima
meervoud slima
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
slima - -

Bijvoeglijk naamwoord

slima

  1. slijm afscheidend

Werkwoord

slima

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast slime, zie aldaar

Werkwoord

slima

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slima

slima

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slima

Werkwoord

har slima

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van slima

slima

  1. gebiedende wijs van slima
Schrijfwijzen

slima

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slime

slima

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slime

Werkwoord

har slima

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van slime

slima

  1. gebiedende wijs van slime
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

slima

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van slim