slijmig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slij·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | slijmig | slijmiger | slijmigst |
verbogen | slijmige | slijmigere | slijmigste |
partitief | slijmigs | slijmigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
slijmig [1]
- taai, week, glibberig, vochtig en plakkerig als slijm
- ▸ De slijmige slakkenplaag. Het zou zomaar de titel van een album van Suske en Wiske kunnen zijn, maar het is wel degelijk realiteit.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord slijmig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slijmig" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Slakkeninvasie: dit doe je ertegen” (21/06/2016), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be