slenterig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slen·te·rig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van slenteren met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | slenterig | slenteriger | slenterigst |
verbogen | slenterige | slenterigere | slenterigste |
partitief | slenterigs | slenterigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
slenterig [1]
Gangbaarheid
- Het woord slenterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slenterig" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be