- In de betekenis van ‘voertuig op ribben’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1266 [1]
slee v/m
- (verkeer) een vervoermiddel dat wordt voortgetrokken en dat voorzien is van twee glijders
- voorwerp dat gelijkenis hiermee vertoont en kan glijden bijv. een braadslee of een zaagslee
- arrenslee, bobslee, braadslee, hondenslee, ijsslee, kerstslee, kinderslee, narrenslee, pikslee, prikslee, zaagslee
1. een voertuig dat wordt voortgetrokken en dat voorzien is van twee glijders
slee
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleeën
- gebiedende wijs van sleeën
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleeën
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|