slede
Uiterlijk
- sle·de
- In de betekenis van ‘voertuig op ribben’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1266 [1] [2] [3]
- ww: sleed met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slede | sleden, sledes |
verkleinwoord | - | - |
- slee
- Slede is meer schrijftaal en slee meer spreektaal.
- (elektronica) bewegende contactpunt in potmeter
vervoeging van |
---|
sleden |
slede
- aanvoegende wijs van sleden
- Het woord slede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slede" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "slede" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ slede op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %