slavin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·vin
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van slaaf met het achtervoegsel -in
enkelvoud meervoud
naamwoord slavin slavinnen
verkleinwoord slavinnetje slavinnetjes

Zelfstandig naamwoord

slavin v [1] [2]

  1. vrouwelijke slaaf
  2. (figuurlijk) vrouw die of meisje dat uitgebuit wordt
  3. vrouw die bepaalde (als ongewenst beschouwde) gewoonten heeft (ergens aan verslaafd is)
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen