slakkenhuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] schelp van een slak
[2] deel van het oor
[3] pomphuis
Uitspraak
Woordafbreking
  • slak·ken·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slakkenhuis slakkenhuizen
verkleinwoord slakkenhuisje slakkenhuisjes

Zelfstandig naamwoord

het slakkenhuiso

  1. de schelp van een slak
  2. het inwendige deel van het oor, cochlea
    • Om te zien welk scenario waarschijnlijker is, bestudeerden de Chinezen de embryonale ontwikkeling van het binnenoor bij vleermuizen. Het binnenoor huisvest het evenwichtsorgaan en het slakkenhuis dat geluidstrillingen registreert. Bij dieren die navigeren met echolocatie is het slakkenhuis relatief groot en heeft ook meer windingen. [2] 
  3. pomphuis van een centrifugaalpomp

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lucas Brouwers 9 januari 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be