slabed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slabed slabedden
verkleinwoord slabedje slabedjes

Zelfstandig naamwoord

slabed o [1]

  1. afgegrensd deel van een moestuin waarin men sla kweekt
     ik denk aan de ree die ik zag
    in het weiland bij de Heutinkstraat
    hoe ze verwonderd door
    seizoenen gaat
    en soms vol moed
    in een slabed graast
    [2]
  2. (kookkunst) een laagje sla waarover men de andere ingrediënten van een gerecht uitspreidt
     Want wees nou eerlijk, wat is een kerstmenu zonder garnalencocktail. Oh, en moeilijk is het niet, gewoon alle ingrediënten zachtjes door elkaar kloppen. Ik maak het met crème fraîche maar als je aan dubbele room komt, ook heel lekker. En als sla-bedje, het enige echte slabedje, gebruik je géén ijsbergsla en géén little gem, veel te hard en bitter in de nasmaak, nee, je gebruikt het hart van Hollandse botersla.[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Jos Eertink
    “Stadsgedicht Enschede Zomer in Hogeland” (03-07-2019), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Zo maak je garnalencocktail” (20 dec. 2017), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be