slabben

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slab·ben
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
slabben
slabde
geslabd
zwak -d volledig

Werkwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
slabben [2]

  1. (verouderd) slobberen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

de slabbenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slab

de slabbenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slabbe

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen