slabý

Uit WikiWoordenboek


Slowaaks

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·bý
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *slabъ.

Bijvoeglijk naamwoord

slabý

  1. slap, zwak
Antoniemen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla·bý
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *slabъ.

Bijvoeglijk naamwoord

slabý

  1. slap, zwak; weinig (fyzieke) kracht hebbend.
  2. zwak, klein, weinig; met betrekking tot hoeveelheid, grootte, aantal e.d.
  3. zwak, slap; onvoldoende intensief.¨
  4. (scheikunde) slap; weinig (gevraagde) stof bevattend.
  5. zwak, matig; in een bepaald opzicht ongeschikt, ontoereikend.
  6. zwak, matig; onvoldoende kwalitatief.
  7. slap, zwak; te veel toegevend, inschikkelijk.
  8. dun; een kleine dikte hebbend.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. chabý, malátný, neduživý, nemohoucí, neodolný, vetchý
  2. chabý, mizerný, skoupý, skromný, skrovný
  3. mdlý, nevýrazný, nezřetelný, tichý, tlumený
  4. řídký
  5. chabý, chatrný
  6. chabý, nepřesvědčivý, podprůměrný, tuctový
  7. poddajný
  8. tenký
Antoniemen
  1. silný
  2. mohutný, velký
  3. intenzivní, silný, sonorní, zvučný
  4. hustý, intenzivní, silný
  5. dobrý, silný
  6. -
  7. autoritativní
  8. silný, tlustý
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Verwijzingen