Naar inhoud springen

skott

Uit WikiWoordenboek
  • skott
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord skot
Naar frequentie 1505
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skott     skottet     skott     skotta
skottene  
genitief   skotts     skotts     skottets     skottas
skottenes  

skott, o

  1. schot
  2. (plantkunde) schuit

skott

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van skudd


  • skott
  • Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord skot

skott

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sko

har skott

  1. voltooid (verleden) deelwoord van sko
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skott     skottet     skott     skotta  

skott, o

  1. (sport) schot
  2. (plantkunde) schuit

skott

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van skott