skispringen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: skispringen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ski·sprin·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ski zn en springen zn
Werkwoord
skispringen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skispringen |
||
onvolledig |
- (sport) tak van de skisport waarbij men springt van een skischans waarbij men zowel mooi als ver moet proberen te springen
- Over iets meer dan drie maanden, op vrijdag 9 februari om 20.00 uur (lokale tijd), vindt in Pyeongchang de openingsceremonie plaats van de Winterspelen. Een dag eerder zijn al de eerste evenementen (curling en skispringen). [1]
- Natuurlijke sneeuw is voor de Winterspelen net zo min noodzakelijk als natuurijs. 'Het kan met kunstsneeuw, dat staat buiten kijf', zei Gian-Franco Kasper, voorzitter van de internationale skifederatie en vooraanstaand IOC-lid, tegen persbureau AP. 'Bij langlaufen is het mogelijk. Bij skispringen maakt het geen verschil. Bij de wereldbekers in het alpine, skiën ze bijna honderd procent op kunstsneeuw, omdat die compacter is.' [2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
1. schansspringen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord skispringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onvolledig werkwoord in het Nederlands
- Samengesteld werkwoord zonder vervoeging in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal