skiongeluk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ski·on·ge·luk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord skiongeluk skiongelukken
verkleinwoord skiongelukje skiongelukjes

Zelfstandig naamwoord

het skiongeluko

  1. (sport) (medisch) ongeval tijdens het skiën
     De reanimatie van prins Friso direct na zijn skiongeluk op 17 februari is niet belemmerd door een lege accu in de apparatuur. Dat hebben reddingswerkers die bij de reddingsactie betrokken waren benadrukt in Oostenrijkse media.[1]
     Schumacher raakte op zondag 29 december ernstig gewond bij een skiongeluk in de Franse Alpen. Doordat hij bij een val met zijn hoofd op een rotsblok terecht kwam, liep hij zwaar hersenletsel op. Maandag liet de medische staf van het ziekenhuis weten dat de toestand van Schumachter weliswaar iets is verbeterd, maar dat zijn toestand nog altijd kritiek is.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “'Reanimatie ondanks lege accu'” (Maandag 27 februari 2012, 16:53), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Echtgenote Schumacher vraagt rust” (Dinsdag 7 januari 2014, 12:18), NOS