skiffen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- skif·fen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
skiffen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
skiffen |
skifte |
geskift |
zwak -t | volledig |
- (sport) roeien in een lange, lichtgewicht, eenpersoons roeiboot
- ▸ Maar nu ik me weer helemaal op het skiffen stort, kan ik elke wedstrijd goed gebruiken om meer ervaring op te doen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord skiffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Krachtpatser Roel Braas zegt Holland Acht vaarwel” (08-12-2012), Tubantia
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal