skai

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • skai
Woordherkomst en -opbouw
  • Duitse verbastering van het Engelse Sky [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord skai
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het skaio

  1. kunstleer oorspronkelijk de merknaam van de firma Konrad Hornschuch AG
    • Wij, hangouderen avant la lettre, zaten vormeloos in de met skai beklede metalen zetels of gebruikten onze koffers als geïmproviseerde rustplek, onderwijl met gebochelde rug de slaap uit onze ogen wrijvend.[2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellend
onverbogen skai
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

skai

  1. gemaakt van skai kunstleer
    • De tijd dat Leen Bakker-winkels grossierden in tapijttegels, witte plastic tuinstoelen en skai lederen banken is allang voorbij. In 2014 introduceerde de woonwinkelketen een nieuwe huisstijl. [3] 
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. skai op website: Etymologiebank.nl
  2. de Standaard ZATERDAG 1 APRIL 2017
  3. Volkskrant Gidi Pols 21 mei 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be