skógur

Skógur
Woud

IJslands

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈskouːʏr /

Woordafbreking

• skó·gur

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord skógr

Naar frequentie	17987

Klasse m4 sterk	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	skógur	skógurinn	skógar	skógarnir
genitief	skógar	skógarins	skóga	skóganna
datief	skógi	skóginum	skógum	skógunum
accusatief	skóg	skóginn	skóga	skógana

Zelfstandig naamwoord

skógur, m

1. (bosbouw) bos, woud

   «Skógur var og er eyddur.»

   Het bos was en wordt vernietigd.

Hyponiemen

• frumskógur
• regnskógur

Afgeleide begrippen

• skógarbjörn
• skógarhögg
• skógi vaxinn
• skóglaus
• skógrækt

Verwante begrippen

• lundur

een klein bos

Typische woordcombinaties

• blandaður skógur

gemengd bos

• skógur, notaður sem náttúrulegur kirkjugarður

natuurbegraafplaats

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het IJslands)