sjorder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sjor·der
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van sjorren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjorder | sjorders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sjorder m
- (beroep) arbeider die de lading op een schip vastzet
- ▸ Een cruciale rol is er voor de sjorders: havenwerkers die containers vastzetten. Die zijn er in vrijwel alle grote havens. In Rotterdam zijn er drie gecertificeerde sjorbedrijven, die samen ruim 500 sjorders in dienst hebben. Hun taak is het zekeren van de containers op het dek.[1]
- ▸ In een zee van groene kaartjes is de 55-jarige sjorder Peter van der Ham de enige die een rood vel omhoog steekt. Niet vanwege Casteleins bede trouwens, maar omdat hij de acties die tot nu toe zijn aangekondigd maar lafjes vindt.[2]
- ▸ ,,Veelal ongeschoold werk omdat ik geen opleiding heb afgemaakt: op de bloemenveiling, karrenbouwer, sjorder. Ik denk dat ik wel moeilijker werk kan doen dan ongeschoold werk. Ik werd niet voldoende uitgedaagd.”[3]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sjorder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjorder" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron 04-01-2019“Containers vastzetten op een schip, dat betekent soms wel 48 uur sjorren” (Marijn Dorrestijn), NOS
- ↑ Weblink bron “Havenarbeiders Rotterdam gaan staken” (24-11-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron Marloe van der Schrier“Deurwaarder wil mensen aan werk helpen: ‘Voorkomen dat ze in schulden raken’” (30-05-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be