sjiiet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sji·iet
Woordherkomst en -opbouw
- van Arabisch شِيعِيّ (sjie-ie), in de betekenis van ‘aanhanger van bepaalde islamitische sekte’ aangetroffen vanaf 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjiiet | sjiieten |
verkleinwoord | sjiietje | sjiietjes |
Zelfstandig naamwoord
de sjiiet m
- (religie) iemand die het sjiisme aanhangt, de tweede stroming binnen de islam
- ▸ Behalve Mekka behoort elke sjiiet eenmaal in zijn leven het graf van imam Ali te bezoeken, en ook de laatste rustplaats van zijn zoon Hussein, 40 kilometer noordwaarts in de stad Kerbala.[3]
Schrijfwijzen
- sjiïet (officiële spelling van 1935 in Nederland en 1946 in België, tot 1996)
- Schiiet (officiële spelling tot 1935 in Nederland en 1946 in België)
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sjiiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sjiiet" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ sjiiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sjiiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Thomas Erdbrink“120.000.000 nabootsers” (23 augustus 2003) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 70 %
- Prevalentie Vlaanderen 73 %