sjappie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sjap·pie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjappie | sjappies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sjappie m
- (informeel) een nutteloos en verlopen persoon
- (informeel) opschepper
Synoniemen
- [1] sjappietouwer, baliekluiver, nietsdoener
- [2] patser
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sjappie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjappie" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ sjappie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be