sjacheraar
Uiterlijk
- Geluid: sjacheraar (hulp, bestand)
- IPA: /ˈʃɑxərar/
- sja·che·raar
- Herkomst: Bargoens [1]
- Naamwoord van handeling van sjacheren met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjacheraar | sjacheraars |
verkleinwoord | sjacheraartje | sjacheraartjes |
- (Jiddisch-Hebreeuws) iemand die minderwaardige handel drijft
- Het woord sjacheraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjacheraar" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -aar in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %