situationeel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·tu·a·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | situationeel | situationeler | situationeelst |
verbogen | situationele | situationelere | situationeelste |
partitief | situationeels | situationelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
situationeel [1]
- een situatie betreffend
Gangbaarheid
- Het woord situationeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.