sips
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sips
Bijvoeglijk naamwoord
sips
- partitief van de stellende trap van sip
- Dat is iets sips...
Engels
Werkwoord
sips
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) sip
Zelfstandig naamwoord
sips mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord sip