sinjeur
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sin·jeur
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Spaans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sinjeur | sinjeurs |
verkleinwoord | sinjeurtje | sinjeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- spotnaam voor een man
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sinjeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sinjeur" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ sinjeur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be