sinecuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·ne·cuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sinecuur | sinecuren |
verkleinwoord | sinecuurtje | sinecuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord sinecuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sinecuur" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ sinecuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be