sigarettenkoker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

sigarettenkoker
Uitspraak
Woordafbreking
  • si·ga·ret·ten·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sigarettenkoker sigarettenkokers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sigarettenkokerm

  1. platte (metalen) opbergdoos voor sigaretten
     Om dit te verbergen haalde hij zijn pas gekochte sigarettenkoker met een nieuw soort sluiting tevoorschijn, snoof de geur van het leer op en nam een sigaret.[2]
     Actrice en zangeres Simone Kleinsma heeft uit handen van Joop van den Ende een speciale zilveren sigarettenkoker gekregen. Ze kreeg die voor haar bijzondere verdiensten.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen